ECLI:NL:RVS:2018:4020
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- A.W.M. Bijloos
- R.C.S. Bakker
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielverblijfsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 december 2018 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 4 oktober 2018 aanvragen van vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdelingen, waaronder een minderjarig kind, hadden hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 2 november 2018 de besluiten van de staatssecretaris vernietigde en hem opdroeg binnen zes weken nieuwe besluiten te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek is als kennelijk ongegrond afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft tevens geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De staatssecretaris is wel veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan de vreemdelingen, tot een bedrag van € 501,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 10 december 2018.