ECLI:NL:RVS:2018:4066
Raad van State
- Hoger beroep
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing handhaving verzoek scheepswerf wegens geluidsoverlast
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 1 februari 2018. [Appellante] had het college van gedeputeerde staten van Zeeland verzocht om handhavend op te treden tegen een scheepswerf vanwege geluidsoverlast. Het college heeft dit verzoek op 8 maart 2016 afgewezen, waarna [appellante] bezwaar heeft gemaakt. Het college heeft het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard, maar heeft geen geluidmetingen in de nachtperiode verricht, wat door [appellante] als onterecht werd betoogd. De rechtbank heeft in haar uitspraak overwogen dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat geluidmetingen in de nachtperiode niet haalbaar of zinvol zijn.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het college geen geluidmetingen in de nachtperiode hoeft te verrichten. De omgevingsvergunning uit 2003 stelt geen onderscheid tussen verschillende bedrijfssituaties en de geluidgrenswaarden gelden voor de gehele nachtperiode. De Afdeling heeft het hoger beroep gegrond verklaard, de aangevallen uitspraak vernietigd en het besluit van het college van 20 september 2016 vernietigd. Het college is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan [appellante].