ECLI:NL:RVS:2018:4092
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Italië
In deze zaak heeft de vreemdeling, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend, een verzoek gedaan om een voorlopige voorziening. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 6 november 2018 besloten om de aanvraag van de vreemdeling niet in behandeling te nemen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, verklaarde op 26 november 2018 het beroep van de vreemdeling ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden overgedragen aan Italië voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek van de vreemdeling beoordeeld. Gezien de omstandigheden en eerdere uitspraken, waaronder een relevante uitspraak van 20 december 2016, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek voor toewijzing in aanmerking komt. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden overgedragen aan Italië totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek. Het totale bedrag van de proceskosten is vastgesteld op € 501,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan op 11 december 2018 door mr. H. Troostwijk, in aanwezigheid van mr. H. Vonk als griffier.