ECLI:NL:RVS:2018:4101
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Italië
Op 12 december 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 24 oktober 2018 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 22 november 2018 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen aan Italië totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek, gezien eerdere uitspraken, voor toewijzing in aanmerking kwam. De staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die door de vreemdeling waren gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek.
De voorzieningenrechter besloot dat de vreemdeling niet zou worden overgedragen totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen en veroordeelde de staatssecretaris tot betaling van € 501,00 aan proceskosten, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak werd in het openbaar gedaan op 12 december 2018.