ECLI:NL:RVS:2018:4327

Raad van State

Datum uitspraak
17 september 2018
Publicatiedatum
14 maart 2025
Zaaknummer
201806122/2/R6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
  • J. Kramer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen provinciaal inpassingsplan Windpark Bommelerwaard-A2

In deze zaak heeft de appellante, handelend namens Actiegroep Tegenwind Zaltbommel, beroep ingesteld tegen het besluit van de provinciale staten van Gelderland van 4 juli 2018. Dit besluit betreft de vaststelling van het provinciaal inpassingsplan "Windpark Bommelerwaard-A2" en de daarmee samenhangende besluiten die zijn voorbereid en bekendgemaakt volgens artikel 3.33, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening. De appellante heeft in haar beroepschrift verklaard dat zij optreedt namens de Actiegroep, maar heeft nagelaten om bewijsstukken over te leggen die deze vertegenwoordiging onderbouwen. Tevens zijn de gronden van het beroep niet vermeld.

De rechtbank heeft de appellante in een aangetekende brief van 25 juli 2018 verzocht om de gestelde vertegenwoordiging aan te tonen en de gronden van het beroep te specificeren. De appellante kreeg de gelegenheid om deze verzuimen te herstellen tot en met 30 augustus 2018. In de brief werd benadrukt dat, indien zij hier geen gebruik van zou maken, het beroep niet-ontvankelijk verklaard zou worden. De appellante heeft echter geen bewijs van vertegenwoordiging of de gronden van het beroep binnen de gestelde termijn aangeleverd.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de appellante niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten voor het indienen van een beroepschrift. Er zijn geen feiten of omstandigheden aangetoond die rechtvaardigen dat de appellante in verzuim is geweest. De beslissing van de Afdeling is dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201806122/2/R6.
Datum uitspraak: 17 september 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen:
[appellante], wonend te [woonplaats], naar gesteld handelend namens Actiegroep Tegenwind Zaltbommel,
appellante,
en
provinciale staten van Gelderland,
verweerders.
Procesverloop
[appellante] heeft, naar gesteld handelend namens Actiegroep Tegenwind Zaltbommel, beroep ingesteld tegen het besluit van provinciale staten van 4 juli 2018 tot vaststelling van het provinciaal inpassingsplan "Windpark Bommelerwaard-A2" en de met toepassing van artikel 3.33, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening gecoördineerd voorbereide en bekendgemaakte besluiten.
Overwegingen
1.       De artikelen die in deze zaak van toepassing zijn, luiden als volgt:
Artikel 6:4
"3 Het instellen van beroep bij een bestuursrechter geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij die rechter."
Artikel 6:5:
"1 Het bezwaar- of beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht;
d. de gronden van het bezwaar of beroep. "
Artikel 6:6
"Het bezwaar of beroep kan niet-ontvankelijk worden verklaard, indien:
a. niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, of
b. het bezwaar- of beroepschrift geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 2:15, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn."
Artikel 8:24
"1 Partijen kunnen zich laten bijstaan of door een gemachtigde laten vertegenwoordigen.
2 De bestuursrechter kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen.
3 Het tweede lid is niet van toepassing ten aanzien van advocaten."
2.       [appellante] heeft in het beroepschrift verklaard dat beroep wordt ingesteld namens Actiegroep Tegenwind Zaltbommel. Daarbij heeft [appellante] geen stukken overgelegd waaruit de gestelde vertegenwoordiging blijkt, terwijl eveneens is nagelaten de gronden van het beroep te vermelden.
[appellante] is bij aangetekend verzonden brief van 25 juli 2018 verzocht de gestelde vertegenwoordiging aan te tonen en de gronden van het beroep aan te voeren, waarbij is opgemerkt dat ingevolge de op deze procedure van toepassing zijnde Crisis- en herstelwet na afloop van de beroepstermijn geen beroepsgronden meer kunnen worden aangevoerd. [appellante] is tot en met 30 augustus 2018 in de gelegenheid gesteld deze verzuimen te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien van deze gelegenheid geen gebruik wordt gemaakt, [appellante] ervan moet uitgaan dat niet-ontvankelijkverklaring zal volgen en dat haar zaak dan niet inhoudelijk wordt behandeld.
[appellante] heeft de gestelde vertegenwoordiging noch de gronden van het beroep binnen de aldus gestelde termijn aangetoond respectievelijk aangevoerd. Niet is gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat [appellante] in verzuim is geweest.
3.       Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
4.       Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J. Kramer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Sparreboom, griffier.
w.g. Kramer
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Sparreboom
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 september 2018
Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan bij de Afdeling (artikel 8:55 van de Awb).
Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan.
In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarom de indiener het niet eens is met de gronden waarop de beslissing is gebaseerd.
Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet.
195-201.