ECLI:NL:RVS:2018:802
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- F.C.M.A. Michiels
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan 'De Baan en Sotaweg'
Op 12 maart 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoeker, wonend te Roelofarendsveen, en de raad van de gemeente Kaag en Braassem. Het verzoek volgde op het besluit van de raad van 9 oktober 2017, waarbij het bestemmingsplan 'De Baan en Sotaweg' werd vastgesteld. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vreest dat de verhoging van de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen in de omgeving zijn bedrijfsvoering ernstig zal belemmeren door schaduwwerking.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 februari 2018 ter zitting behandeld. De verzoeker heeft zijn bezwaren toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij een 'koude kas' exploiteert en afhankelijk is van zonlicht voor zijn bedrijfsvoering. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er op dit moment geen omgevingsvergunning is aangevraagd voor de verhoging van de bedrijfsgebouwen en dat er geen spoedeisend belang is dat rechtvaardigt dat een voorlopige voorziening wordt getroffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en aangegeven dat de verzoeker in de toekomst opnieuw kan verzoeken om schorsing van het bestemmingsplan indien er een omgevingsvergunning wordt aangevraagd.
De uitspraak benadrukt dat het oordeel van de voorzieningenrechter voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De beslissing om het verzoek af te wijzen is genomen zonder proceskostenveroordeling.