ECLI:NL:RVS:2019:1006
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland inzake urgentieverklaring voor woningtoewijzing
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede op 31 oktober 2018 een urgentieverklaring verleend aan de appellante, die hierdoor een nieuwe woning heeft gevonden die aan haar behoeften voldoet. De mondelinge uitspraak vond plaats op 15 maart 2019, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandelde. De appellante had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 juni 2018, waarin het beroep tegen een besluit van 29 maart 2018 ongegrond werd verklaard en het beroep tegen een besluit van 26 september 2017 niet-ontvankelijk werd verklaard. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de urgentieverklaring de situatie van de appellante had verbeterd, waardoor er geen actueel belang meer was voor een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep.
De Afdeling verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk, maar veroordeelde het college van burgemeester en wethouders van Ede tot vergoeding van de proceskosten van de appellante, die in verband met de behandeling van het hoger beroep zijn gemaakt. Dit bedrag bedraagt € 1.024,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Daarnaast gelastte de Afdeling dat het college het door de appellante betaalde griffierecht van € 253,00 vergoedt. De uitspraak benadrukt het belang van actueel en reëel belang in hoger beroep, vooral wanneer de situatie van de appellante door een besluit van het college is verbeterd.