ECLI:NL:RVS:2019:1093

Raad van State

Datum uitspraak
11 april 2019
Publicatiedatum
10 april 2019
Zaaknummer
201809792/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van kennisneming van processen-verbaal in hoger beroep inzake politie-informatie

In deze zaak heeft de burgemeester van Rotterdam de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om te bepalen dat alleen de Afdeling kennis zal nemen van twee processen-verbaal van de politie, die betrekking hebben op incidenten van 12 en 17 november 2016. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij de burgemeester gewichtige redenen aanvoert. Hij stelt dat kennisneming door de wederpartij de effectiviteit en veiligheid van toekomstige politieoptredens in gevaar kan brengen, omdat het inzicht geeft in de informatie waarover de politie beschikt en hoe deze informatie is verkregen. Bovendien kan openbaarmaking leiden tot onevenredige benadeling van de politie en aantasting van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen.

De Afdeling heeft de verzoeken van de burgemeester in overweging genomen en vastgesteld dat de belangen van opsporing en vervolging van strafbare feiten, alsook de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen, zwaarder wegen dan het belang van de wederpartij om kennis te nemen van de processen-verbaal. De Afdeling heeft geoordeeld dat het verzoek tot beperking van kennisneming gerechtvaardigd is, en heeft besloten dat alleen de Afdeling van de processen-verbaal kennis mag nemen.

De beslissing is op 11 april 2019 openbaar uitgesproken door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in aanwezigheid van mr. P. Klein, griffier. De uitspraak bevestigt de noodzaak van geheimhouding in bepaalde bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer het gaat om gevoelige informatie die de veiligheid en effectiviteit van politieoptredens kan beïnvloeden.

Uitspraak

201809792/2/A3.
Datum beslissing: 11 april 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 25 oktober 2018 in zaken nrs. 17/6080 en 17/6081 in het geding tussen:
[appellant]
en
de burgemeester van Rotterdam.
Procesverloop
[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 25 oktober 2018 in zaken nrs. 17/6080 en 17/6081.
De burgemeester heeft twee gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Het betreft processen-verbaal van de politie, eenheid Rotterdam, van 12 november 2016 en 17 november 2016.
Overwegingen
1.    De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van beide processen-verbaal kennis zal nemen. Ter motivering van dit verzoek heeft hij aangevoerd dat kennisneming door de wederpartij de effectiviteit en veiligheid van toekomstige optredens van de politie in gevaar kan brengen, omdat daaruit duidelijk wordt in hoeverre de politie over informatie beschikt en hoe de politie deze informatie vergaart en in dit geval heeft verkregen. Tevens kan uit de processen-verbaal de handelwijze van de politie worden afgeleid in vergelijkbare situaties. Daarnaast zou bekendmaking van de processen-verbaal kunnen leiden tot onevenredige benadeling van de politie en andere betrokkenen en tot aantasting van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen, aldus de burgemeester.
2.    Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3.    De Afdeling heeft kennis genomen van de processen-verbaal. Zij acht aannemelijk dat kennisneming van de beide processen-verbaal zal leiden tot aantasting van het belang van opsporing en vervolging van strafbare feiten, het belang van inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen, het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen en het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Naar het oordeel van de Afdeling wegen deze belangen zwaarder dan het belang dat de wederpartij kennis kan nemen van de processen-verbaal.
4.    De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, griffier.
w.g. Bijloos    w.g. Klein
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 11 april 2019