ECLI:NL:RVS:2019:1386

Raad van State

Datum uitspraak
29 april 2019
Publicatiedatum
26 april 2019
Zaaknummer
201809053/4/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake geheimhouding van zienswijze in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft Envigo RMS B.V. hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 31 oktober 2018, waarin het ging om de zaken met nummers 15/1783 en 16/5750. Daarnaast heeft een tweede appellant, aangeduid als [appellant sub 2], incidenteel hoger beroep ingesteld. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in deze procedure een verzoek gedaan om te bepalen dat alleen de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kennis mag nemen van een zienswijze van Envigo, die betrekking heeft op een Wob-verzoek van [appellant sub 2]. De minister heeft aangevoerd dat het delen van bepaalde informatie met [appellant sub 2] Envigo onevenredig zou schaden.

De Afdeling heeft de zaak beoordeeld op basis van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel biedt de mogelijkheid om de kennisneming van bepaalde stukken te weigeren of te beperken, mits er gewichtige redenen zijn. De Afdeling heeft vastgesteld dat de minister niet voldoende heeft gemotiveerd waarom kennisneming door [appellant sub 2] van de zienswijze Envigo onevenredig zou schaden. De Afdeling heeft daarom het verzoek van de minister afgewezen en bepaald dat de zienswijze teruggezonden moet worden.

De beslissing van de Afdeling houdt in dat de minister binnen 14 dagen na de uitspraak de zienswijze aan de Afdeling en de andere partijen moet toesturen. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, en is openbaar uitgesproken op 29 april 2019.

Uitspraak

201809053/4/A3.
Datum beslissing: 29 april 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het hoger beroep van:
1. Envigo RMS B.V., gevestigd te Horst, gemeente Horst aan de Maas,
2. [appellant sub 2], wonend, te [woonplaats],
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 31 oktober 2018 in zaken nrs. 15/1783 en 16/5750 in het geding tussen:
[appellant sub 2]
en
de staatssecretaris van Economische Zaken, thans: de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Procesverloop
Envigo heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 31 oktober 2018 in zaken nrs. 15/1783 en 16/5750. [appellant sub 2] heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
De minister heeft één gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling hiervan kennis zal mogen nemen.
Het betreft een zienswijze van [bedrijf] (thans: Envigo) van 30 april 2014 naar aanleiding van een door [appellant sub 2] ingediend Wob-verzoek.
Overwegingen
1.    De minister heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de zienswijze kennis zal nemen. De zienswijze valt niet onder het bereik van het verzoek van [appellant sub 2] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, zodat de Afdeling hierover een beslissing dient te nemen. Ter motivering van het verzoek heeft de minister aangevoerd dat Envigo onevenredig wordt geschaad als een nader geduide zin op pagina 5 van de zienswijze aan [appellant sub 2] wordt verstrekt.
2.    Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3.    De Afdeling heeft kennis genomen van de zienswijze. Zij stelt vast dat zonder nadere motivering niet valt in te zien waarom kennisneming door [appellant sub 2] van de nader geduide zin op pagina 5 van de zienswijze Envigo onevenredig kan schaden. Dat geldt in het bijzonder voor de eerste twee woorden van de zin. De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming niet gerechtvaardigd.
4.    De Afdeling bepaalt dat de zienswijze wordt teruggezonden aan de minister.
5.    Indien de minister geen gehoor geeft aan het in dictumonderdeel II. aangeduide verzoek om de zienswijze waarvan het verzoek om geheimhouding is afgewezen, toe te sturen, kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    wijst het verzoek af;
II.    verzoekt de minister binnen 14 dagen na heden de zienswijze ten aanzien waarvan het verzoek om beperking van de kennisneming is afgewezen, aan de Afdeling en de andere partijen toe te sturen.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van B. Ley-Nell, griffier.
w.g. Daalder    w.g. Ley-Nell
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 april 2019