ECLI:NL:RVS:2019:1556
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E. Helder
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake bestemmingsplan Kerkdriel herziening 2016, Venuslaan 15
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellanten, wonend te Kerkdriel, en de raad van de gemeente Maasdriel. De zaak betreft een bestemmingsplan dat op 26 oktober 2017 was vastgesteld, maar door de Afdeling in een eerdere tussenuitspraak van 12 september 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2962) als gebrekkig werd beoordeeld. De raad werd opgedragen om binnen 26 weken het geconstateerde gebrek te herstellen. Op 14 februari 2019 heeft de raad het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld, waarbij een voorwaardelijke verplichting over de situering van het voorziene gebouw is opgenomen. Appellanten hebben geen zienswijze ingediend over deze wijziging, wat door de Afdeling werd geïnterpreteerd als een gebrek aan bezwaren tegen het besluit van 14 februari 2019.
De Afdeling heeft vastgesteld dat de situering van het gebouw niet zorgvuldig was voorbereid, wat leidde tot de gegrondverklaring van het beroep tegen het oorspronkelijke besluit van 26 oktober 2017. Dit besluit werd vernietigd wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling verklaarde het beroep tegen het gewijzigde besluit van 14 februari 2019 ongegrond, en oordeelde dat appellanten zich niet konden beroepen op eerdere overwegingen van de tussenuitspraak, tenzij in zeer uitzonderlijke gevallen, wat hier niet aan de orde was. De proceskosten werden niet voor vergoeding in aanmerking gebracht.
De uitspraak bevatte ook een beslissing over de vergoeding van griffierechten aan appellanten, die door de raad van de gemeente Maasdriel moesten worden vergoed. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Helder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.J.R.R. Brock, griffier.