ECLI:NL:RVS:2019:1556

Raad van State

Datum uitspraak
15 mei 2019
Publicatiedatum
15 mei 2019
Zaaknummer
201710017/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E. Helder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake bestemmingsplan Kerkdriel herziening 2016, Venuslaan 15

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellanten, wonend te Kerkdriel, en de raad van de gemeente Maasdriel. De zaak betreft een bestemmingsplan dat op 26 oktober 2017 was vastgesteld, maar door de Afdeling in een eerdere tussenuitspraak van 12 september 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2962) als gebrekkig werd beoordeeld. De raad werd opgedragen om binnen 26 weken het geconstateerde gebrek te herstellen. Op 14 februari 2019 heeft de raad het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld, waarbij een voorwaardelijke verplichting over de situering van het voorziene gebouw is opgenomen. Appellanten hebben geen zienswijze ingediend over deze wijziging, wat door de Afdeling werd geïnterpreteerd als een gebrek aan bezwaren tegen het besluit van 14 februari 2019.

De Afdeling heeft vastgesteld dat de situering van het gebouw niet zorgvuldig was voorbereid, wat leidde tot de gegrondverklaring van het beroep tegen het oorspronkelijke besluit van 26 oktober 2017. Dit besluit werd vernietigd wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling verklaarde het beroep tegen het gewijzigde besluit van 14 februari 2019 ongegrond, en oordeelde dat appellanten zich niet konden beroepen op eerdere overwegingen van de tussenuitspraak, tenzij in zeer uitzonderlijke gevallen, wat hier niet aan de orde was. De proceskosten werden niet voor vergoeding in aanmerking gebracht.

De uitspraak bevatte ook een beslissing over de vergoeding van griffierechten aan appellanten, die door de raad van de gemeente Maasdriel moesten worden vergoed. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Helder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.J.R.R. Brock, griffier.

Uitspraak

201710017/2/R1.
Datum uitspraak: 15 mei 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, wonend te Kerkdriel, gemeente Maasdriel,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Maasdriel,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 12 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2962, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van 26 oktober 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kerkdriel herziening 2016, Venuslaan 15" te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 14 februari 2019 heeft de raad het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld.
[appellant] en anderen zijn in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen over de wijze waarop de raad heeft beoogd het gebrek te herstellen.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1.    De Afdeling heeft in de tussenuitspraak vastgesteld dat de situering van het in het bestemmingsplan voorziene gebouw, met de zijgevel van de bedrijfswoning richting de woningen van [appellant] en anderen, niet als zodanig in het plan is vastgelegd. Nu de raad die situering als uitgangspunt heeft genomen bij zijn motivering dat het plan niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van de privacy van omwonenden, acht de Afdeling het plan in zoverre niet zorgvuldig voorbereid.
Gelet hierop is het beroep van [appellant] en anderen tegen het besluit van 26 oktober 2017 gegrond. Het besluit dient wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd.
2.    Ter voldoening aan de in de tussenuitspraak gegeven opdracht van de Afdeling heeft de raad op 14 februari 2019 het plan gewijzigd vastgesteld en daarin een voorwaardelijke verplichting over de situering van het voorziene gebouw opgenomen. [appellant] en anderen hebben hierover geen zienswijze naar voren gebracht. De Afdeling leidt hieruit af dat [appellant] en anderen geen bezwaren hebben tegen het besluit van 14 februari 2019.
Voor zover [appellant] en anderen zich in de brief van 30 april 2019 keren tegen overwegingen van de tussenuitspraak, overweegt de Afdeling dat zij behoudens zeer uitzonderlijke gevallen niet kan terugkomen van een in de tussenuitspraak gegeven oordeel. Een zeer uitzonderlijk geval is hier niet aan de orde, zodat van het in de tussenuitspraak gegeven oordeel moet worden uitgegaan.
3.    Het van rechtswege ontstane beroep is daarom ongegrond.
4.    Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    verklaart het beroep tegen het besluit van 26 oktober 2017 gegrond;
II.    vernietigt het besluit van de raad van gemeente Maasdriel van 26 oktober 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kerkdriel herziening 2016, Venuslaan 15";
III.    verklaart het beroep tegen het besluit van 14 februari 2019 ongegrond;
IV.    gelast dat de raad van de gemeente Maasdriel aan [appellant] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 168,00 (zegge: honderdachtenzestig euro) vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen de raad aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. E. Helder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.J.R.R. Brock, griffier.
w.g. Helder    w.g. Brock
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 mei 2019
603.