ECLI:NL:RVS:2019:1909
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 14 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek om een voorlopige voorziening had ingediend. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 9 april 2019 het beroep van een vreemdeling gegrond had verklaard en de staatssecretaris had opgedragen om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen op de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris had echter hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet verplicht zou zijn om een nieuw besluit te nemen voordat het hoger beroep was behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gelet op de aangevoerde argumenten, het voorlopig oordeel is dat de uitspraak van de rechtbank mogelijk niet in stand zal blijven. Dit oordeel was gebaseerd op de belangen die zowel de staatssecretaris als de vreemdeling naar voren hadden gebracht. De voorzieningenrechter heeft vervolgens besloten om het verzoek van de staatssecretaris toe te wijzen, wat betekent dat de staatssecretaris geen nieuw besluit hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier. De zaak betreft belangrijke aspecten van het bestuursrecht en vreemdelingenrecht, waarbij de rechtsbescherming van de vreemdeling en de belangen van de staatssecretaris zorgvuldig zijn afgewogen.