ECLI:NL:RVS:2019:1974

Raad van State

Datum uitspraak
26 juni 2019
Publicatiedatum
26 juni 2019
Zaaknummer
201901886/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • E. Helder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestemmingsplan Borchwerf II, herziening veld F, op verzoek van bedrijven gevestigd op veld F

Op 26 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, bedrijven gevestigd op veld F van het bedrijventerrein Borchwerf II, een voorlopige voorziening hebben gevraagd tegen het besluit van de raad van de gemeente Halderberge om het bestemmingsplan "Borchwerf II, herziening veld F" vast te stellen. Dit bestemmingsplan voorziet in de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg voor een distributiecentrum van Caprev, gelegen op veld B, die het verkeer van en naar het distributiecentrum via veld F naar de Roosendaalsebaan en de A17 moet leiden. Verzoekers vrezen dat de aanleg van deze ontsluitingsweg voor verkeershinder zal zorgen en hebben daarom verzocht om schorsing van het plan totdat er een uitspraak in de bodemprocedure is gedaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 juni 2019, waar zowel verzoekers als de raad van de gemeente Halderberge en Caprev aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het belang van verzoekers bij schorsing van het besluit groter is dan het belang van de raad bij de aanleg van de ontsluitingsweg. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij het verzoek, omdat Caprev voornemens is om de benodigde omgevingsvergunningen aan te vragen en de ontsluitingsweg te realiseren zodra het plan niet langer is geschorst.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het besluit van de raad van de gemeente Halderberge geschorst voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Bedrijf" en de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - ontsluitingsweg B10/B15". Tevens is de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoekers. Deze uitspraak heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

Uitspraak

201901886/2/R2.
Datum uitspraak: 26 juni 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], gevestigd te Oud Gastel, gemeente Halderberge, en anderen (hierna: [verzoeker] en anderen),
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Halderberge,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 december 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "Borchwerf II, herziening veld F" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld. [verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 juni 2019, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door mr. E.C.J. Wouters en mr. M.P. Wolf, beiden advocaat te Breda, en de raad, vertegenwoordigd door mr. R. Timmermans, zijn verschenen. Voorts is ter zitting Caprev Roosendaal B.V. (hierna: Caprev), vertegenwoordigd door mr. L.J. Wildeboer en mr. E.E. Baars, beiden advocaat te Amsterdam, als partij gehoord.
Buiten bezwaren van partijen is ter zitting door [verzoeker] en anderen een nader stuk in het geding gebracht.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Het bedrijventerrein Borchwerf II bestaat uit diverse velden. Verzoekers zijn bedrijven die zijn gevestigd op veld F van dit bedrijventerrein. De bedrijven zijn onder meer gelegen aan de Emmerblok en de Blauwhekken. Ten zuiden van veld F ligt veld B, waar Caprev een distributiecentrum heeft gerealiseerd dat in gebruik is bij Lidl. Het verkeer van en naar dit distributiecentrum rijdt nu via een zuidelijke route over veld B richting de Roosendaalsebaan en de A17.
3.    Het plan voorziet onder meer in de aanleg en het gebruik van een nieuwe ontsluitingsweg voor het distributiecentrum in noordelijke richting, tussen de Oude Gastelseweg in Roosendaal op veld B en de Blauwhekken in Oud Gastel op veld F. Via deze nieuwe ontsluitingsweg kan het verkeer van en naar het distributiecentrum over veld F naar de Roosendaalsebaan en de A17 rijden.
4.    [verzoeker] en anderen beogen te voorkomen dat de nieuwe ontsluitingsroute wordt aangelegd en in gebruik genomen voorafgaand aan de uitspraak in de bodemprocedure. Hun verzoek om een voorlopige voorziening is daarom gericht op schorsing van het plan, voor zover dat het plandeel met de bestemming "Bedrijf" en de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - ontsluitingsweg B10/B15" voor de strook grond tussen de Oude Gastelseweg in Roosendaal en de Blauwhekken in Oud Gastel betreft.
5.    Ter zitting heeft Caprev te kennen gegeven dat het voornemens is de benodigde omgevingsvergunningen aan te vragen zodra het plan niet langer is geschorst. Volgens de raad zijn er geen belemmeringen die in de weg staan aan de spoedige verlening van die omgevingsvergunningen. Caprev heeft verder te kennen gegeven dat zij voornemens is om vervolgens direct de nieuwe ontsluitingsweg te realiseren. De voorzieningenrechter stelt vast dat gelet hierop een spoedeisend belang aanwezig is bij het verzoek om een voorlopige voorziening.
6.    [verzoeker] en anderen voeren onder meer aan dat het plan is vastgesteld in strijd met diverse bepalingen van de Verordening Ruimte Noord-Brabant, dat de raad zich niet heeft mogen baseren op de aan het plan ten grondslag gelegde onderzoeken over de gevolgen van het verkeer van en naar het distributiecentrum en dat het plan niet uitvoerbaar is.
7.    Beoordeling van de gronden die [verzoeker] en anderen ten grondslag hebben gelegd aan hun beroep en tevens aan hun verzoek om een voorlopige voorziening vereist op sommige punten nader onderzoek, waarvoor deze voorlopige voorzieningenprocedure zich niet leent. De voorzieningenrechter zal daarom aan de hand van een belangenafweging bepalen of vooruitlopend op de beoordeling in de bodemzaak een voorlopige voorziening moet worden getroffen.
8.    Het belang van [verzoeker] en anderen ligt in het vooruitlopend op de bodemprocedure voorkomen van de feitelijke aanleg van de nieuwe ontsluitingsweg. De vrees bestaat dat daardoor verkeerhinder zal ontstaan, veroorzaakt door de vervoersbewegingen van vrachtwagens en personenauto’s voor personeel. Het verkeer zal dan immers via veld F over de nieuwe ontsluitingsroute van en naar het distributiecentrum gaan rijden. De voorzieningenrechter acht het voormelde belang van [verzoeker] en anderen bij schorsing van het besluit totdat uitspraak in de hoofdzaak is gedaan, groter dan het belang bij het alvast vooruitlopend daarop kunnen aanleggen en in gebruik nemen van de voorziene nieuwe ontsluitingsweg. De voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking dat het distributiecentrum sinds de ingebruikname al langere tijd is ontsloten via een zuidelijke route over veld B. De bereikbaarheid van het distributiecentrum komt door een schorsing niet in gevaar. Voor zover Caprev heeft gesteld dat bedrijven en omwonenden langs deze zuidelijke route over veld B daar hinder van ondervinden, is van belang dat niet is gebleken dat sprake is van zodanige overlast dat gelet daarop de uitspraak in de bodemprocedure niet kan worden afgewacht. De voorzieningenrechter ziet in de stelling van Caprev dat een aangelegd wegdek zo nodig weer kan worden verwijderd, geen grond om tot een andere afweging te komen.
9.    Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het verzoek toe te wijzen en de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
10.    De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Halderberge van 13 december 2018 waarbij het bestemmingsplan "Borchwerf II, herziening veld F" is vastgesteld, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Bedrijf" en de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - ontsluitingsweg B10/B15" voor de strook grond tussen de Oude Gastelseweg te Roosendaal en de Blauwhekken te Oud Gastel;
II.    veroordeelt de raad van de gemeente Halderberge tot vergoeding van bij [verzoeker] en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.024,00 (zegge: duizendvierentwintig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
III.    gelast dat de raad van de gemeente Halderberge aan [verzoeker] en anderen het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 345,00 (zegge: driehonderdvijfenveertig euro) vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. E. Helder, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. F.M.J. Stolk, griffier.
w.g. Helder    w.g. Stolk
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 juni 2019
743.