ECLI:NL:RVS:2019:2673
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de vreemdeling op 20 juni 2019 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 29 juli 2019 het beroep ongegrond heeft verklaard. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zijn voorgenomen overdracht op 2 augustus 2019 om 11:45 uur niet zou plaatsvinden.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 1 augustus 2019 uitspraak gedaan. De rechter heeft geoordeeld dat de hogerberoepstermijn nog niet was verstreken en heeft daarom besloten om de voorgenomen overdracht bij wijze van voorlopige voorziening achterwege te laten. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 512,00, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de rechtsbescherming van vreemdelingen in asielprocedures en de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met hun aanvragen, vooral wanneer er sprake is van een voorgenomen overdracht.