ECLI:NL:RVS:2019:2872
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdelingenbewaring en niet-ontvankelijkheid
Op 15 juli 2019 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. De rechtbank Den Haag heeft op 5 augustus 2019 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. G. Kloosterziel, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 26 augustus 2019 uitspraak gedaan. De vreemdeling heeft in het hoger beroep niet uiteengezet waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem niet juist is, waardoor de Afdeling geen inhoudelijk oordeel kon geven. Het hoger beroep is daarom niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier.