ECLI:NL:RVS:2019:3085
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen intrekking omgevingsvergunning voor asfaltverharding in Velddriel
Op 4 september 2019 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellante tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 10 juli 2017 door het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel was verleend voor de renovatie van de asfaltverharding aan de Drielse Veldweg in Velddriel. Na bezwaar van de appellante heeft het college op 4 januari 2018 besloten om de vergunning in stand te laten. Echter, op 16 mei 2018 heeft het college de omgevingsvergunning ingetrokken op verzoek van de gemeente.
De rechtbank Gelderland heeft op 12 oktober 2018 het beroep van de appellante tegen het besluit van 4 januari 2018 gegrond verklaard, het besluit van 10 juli 2017 vernietigd en het beroep tegen de intrekking van de vergunning ongegrond verklaard. De appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 4 september 2019 heeft de Raad van State, onder leiding van voorzitter E.A. Minderhoud, de zaak behandeld.
De Raad van State heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De Afdeling overweegt dat de bestuursrechter alleen inhoudelijk kan oordelen over een hoger beroep als de indiener een actueel en reëel belang heeft. In dit geval heeft de appellante dat belang niet, omdat zij niet is opgekomen tegen de herroeping van de vergunning door de rechtbank. De herroeping staat vast, waardoor de beoordeling van het besluit tot intrekking van de vergunning niet meer relevant is. De Raad van State heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding.