ECLI:NL:RVS:2019:3133
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot intrekking verblijfsvergunning en inreisverbod
Op 11 september 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd gekregen, maar deze was op 22 april 2018 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ingetrokken. Tevens was er een inreisverbod uitgevaardigd. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank Den Haag had op 24 juli 2019 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling in hoger beroep ging.
In het verzoek om voorlopige voorziening vroeg de vreemdeling de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet aannemelijk was dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep in stand zou blijven. Daarom werd de voorlopige voorziening getroffen, waarbij werd bepaald dat de vreemdeling niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. Daarnaast werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 512,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.