ECLI:NL:RVS:2019:3276
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank over vergunning van rechtswege en aanhoudingsplicht voorbereidingsbesluit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 20 november 2018. De rechtbank had geoordeeld dat er geen vergunning van rechtswege was verleend, omdat de aanhoudingsplicht van het voorbereidingsbesluit van 27 oktober 2016 tot en met de inwerkingtreding van het reparatieplan op 4 januari 2018 van kracht was. De mondelinge uitspraak vond plaats op 20 september 2019, waarbij de Staatsraad mr. N. Verheij als lid van de enkelvoudige kamer aanwezig was, samen met de griffiers mr. M.A. Graaff-Haasnoot en mr. C. Korkmaz.
Tijdens de openbare zitting werd de zaak behandeld, waarbij de appellante en het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren, vertegenwoordigd door A.E.J. Debie, aanwezig waren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De gronden voor deze beslissing zijn onder andere dat er in rechte vaststaat dat er tijdig op 8 november 2016 een besluit op de aanvraag van 2 november 2016 is genomen. Dit betekent dat de rechtbank terecht heeft geconcludeerd dat er geen vergunning van rechtswege is verleend, wat de kern van het geschil vormde.
De uitspraak benadrukt het belang van de aanhoudingsplicht in het kader van omgevingsrecht en de voorwaarden waaronder een vergunning van rechtswege kan worden verleend. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op omgevingsvergunningen en de toepassing van voorbereidingsbesluiten.