ECLI:NL:RVS:2019:3276

Raad van State

Datum uitspraak
20 september 2019
Publicatiedatum
26 september 2019
Zaaknummer
201900161/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank over vergunning van rechtswege en aanhoudingsplicht voorbereidingsbesluit

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 20 november 2018. De rechtbank had geoordeeld dat er geen vergunning van rechtswege was verleend, omdat de aanhoudingsplicht van het voorbereidingsbesluit van 27 oktober 2016 tot en met de inwerkingtreding van het reparatieplan op 4 januari 2018 van kracht was. De mondelinge uitspraak vond plaats op 20 september 2019, waarbij de Staatsraad mr. N. Verheij als lid van de enkelvoudige kamer aanwezig was, samen met de griffiers mr. M.A. Graaff-Haasnoot en mr. C. Korkmaz.

Tijdens de openbare zitting werd de zaak behandeld, waarbij de appellante en het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren, vertegenwoordigd door A.E.J. Debie, aanwezig waren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De gronden voor deze beslissing zijn onder andere dat er in rechte vaststaat dat er tijdig op 8 november 2016 een besluit op de aanvraag van 2 november 2016 is genomen. Dit betekent dat de rechtbank terecht heeft geconcludeerd dat er geen vergunning van rechtswege is verleend, wat de kern van het geschil vormde.

De uitspraak benadrukt het belang van de aanhoudingsplicht in het kader van omgevingsrecht en de voorwaarden waaronder een vergunning van rechtswege kan worden verleend. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op omgevingsvergunningen en de toepassing van voorbereidingsbesluiten.

Uitspraak

201900161/1/A1.
Datum uitspraak: 20 september 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te Loosdrecht, gemeente Wijdemeren,
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 20 november 2018 in zaak nr. 18/1013 in het geding tussen:
[appellante]
en
het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren.
Openbare zitting gehouden op 20 september 2019 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer
griffiers: mr. M.A. Graaff-Haasnoot en mr. C. Korkmaz
Verschenen:
-    [appellante]
-    het college, vertegenwoordigd door A.E.J. Debie.
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank van 20 november 2018, waarin de rechtbank heeft geconcludeerd dat geen vergunning van rechtswege is verleend, omdat de aanhoudingsplicht van het voorbereidingsbesluit van 27 oktober 2016 tot en met de inwerkingtreding van het reparatieplan op 4 januari 2018 gold.
Beslissing
De Afdeling bevestigt de aangevallen uitspraak.
Gronden
-    Er staat in rechte vast dat tijdig op 8 november 2016 een besluit op de aanvraag van 2 november 2016 is genomen.
-    Dit betekent dat de rechtbank terecht heeft geconcludeerd dat geen vergunning van rechtswege is verleend.
w.g. Verheij    w.g. Graaff-Haasnoot
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
531-919.