ECLI:NL:RVS:2019:3315
Raad van State
- Hoger beroep
- B.J. Schueler
- P.M.M. van Zanten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Noord-Nederland over verzoek tot schadevergoeding aan het Uwv
Op 16 januari 2017 heeft de appellant de rechtbank verzocht om het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) te veroordelen tot schadevergoeding. De rechtbank Noord-Nederland heeft op 13 november 2018 in zaak nr. 17/400 zich onbevoegd verklaard om van dit verzoek kennis te nemen. De appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 8 augustus 2019 zijn zowel de appellant als het Uwv, vertegenwoordigd door P.J. Langius, verschenen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de appellant geen schadeoorzaak heeft aangewezen die onder artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht valt. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de rechtbank zich terecht onbevoegd heeft verklaard. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 oktober 2019.