ECLI:NL:RVS:2019:3370

Raad van State

Datum uitspraak
8 oktober 2019
Publicatiedatum
9 oktober 2019
Zaaknummer
201901769/2/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning van staatsraad Polak in bestuursrechtelijke zaak

In de zaak met nummer 201901769/1/A2, die op 15 oktober 2019 ter zitting zou worden behandeld, heeft staatsraad J.E.M. Polak op 8 oktober 2019 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen. Dit verzoek werd gedaan in het kader van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid zouden kunnen schaden. Staatsraad Polak gaf aan dat hij in het verleden als advocaat de bestuurder en groot aandeelhouder van een van de partijen in de zaak heeft bijgestaan, wat aanleiding gaf tot zijn verzoek om verschoning om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek van staatsraad Polak in overweging genomen en concludeerde dat de motivering voor het verzoek gerechtvaardigd was. De Afdeling heeft besloten het verzoek toe te wijzen, waarmee Polak zich niet langer met de behandeling van de zaak zal bezighouden. De beslissing werd genomen door de voorzitter mr. D.A.C. Slump en de leden mr. C.H.M. van Altena en mr. N. Verheij, in aanwezigheid van griffier mr. N.D.T. Pieters. De uitspraak vond plaats in het openbaar op 8 oktober 2019.

Uitspraak

201901769/2/A2.
Datum beslissing: 8 oktober 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) van:
mr. J.E.M. Polak
Procesverloop
Ten aanzien van zaak nr. 201901769/1/A2, die op 15 oktober 2019 ter zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Polak, die als voorzitter belast is met de behandeling van de zaak, op 8 oktober 2019 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
Overwegingen
1.    Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.    Staatsraad Polak heeft te kennen gegeven dat de bestuurder en groot aandeelhouder van één van de partijen in de periode dat hij advocaat was door hem gedurende vele jaren is bijgestaan. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van de zaak te voorkomen, heeft hij verzocht zich te mogen verschonen.
3.    De Afdeling acht, gezien deze motivering, de inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.    Gelet op vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. N. Verheij, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, griffier.
w.g. Slump    w.g. Pieters
voorzitter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 8 oktober 2019
473.