ECLI:NL:RVS:2019:3773
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank over bouwplan en brandveiligheidsvoorschriften
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 25 januari 2019. De rechtbank had overwogen dat het college van burgemeester en wethouders van Bergen het bouwplan had getoetst aan de brandveiligheidsvoorschriften in het Bouwbesluit 2012. Deze voorschriften waren opgenomen op de tekeningen die deel uitmaakten van de verleende omgevingsvergunning. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was voor een nadere beoordeling van de brandveiligheid en dat bij een gebonden beschikking geen ruimte bestaat om een omgevingsvergunning te weigeren vanwege privaatrechtelijke belemmeringen.
De mondelinge uitspraak vond plaats op 5 november 2019, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de eerdere uitspraak bevestigde. De Afdeling oordeelde dat [appellante] nog steeds belang had bij de beoordeling van haar hoger beroep, ondanks het feit dat het bestemmingsplan "de Zeven Dorpelingen" was vernietigd. Dit betekende niet dat de gronden waarvan [appellante] mede ontwikkelaar en deels eigenaar is, niet meer ontwikkeld konden worden. Het bouwplan kon een belemmering vormen voor die ontwikkelingsmogelijkheden.
De Afdeling stelde vast dat [appellante] niet had onderbouwd op basis van welk artikel uit het Bouwbesluit 2012 het bouwplan in strijd zou zijn. Ook was niet aangetoond dat de ramen vaststaand moesten zijn. De rechtbank had terecht geoordeeld dat privaatrechtelijke belemmeringen bij een gebonden beschikking geen rol konden spelen, aangezien er geen weigeringsgronden waren in de zin van artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.