ECLI:NL:RVS:2020:1058

Raad van State

Datum uitspraak
15 april 2020
Publicatiedatum
15 april 2020
Zaaknummer
201906755/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake afwijzing Wob-verzoek om verstrekking van documenten door het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die hun beroep tegen de afwijzing van een Wob-verzoek door het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht ongegrond heeft verklaard. Appellanten, eigenaren van bospercelen aan de Bergsebaan in Huijbergen, hebben op 7 augustus 2018 een verzoek ingediend om verstrekking van documenten met betrekking tot de overdracht van beheer en onderhoud van een sloot, aangeduid met 'A OVK03429'. Dit verzoek werd afgewezen, waarna appellanten bezwaar maakten, dat ook ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat het college voldoende had aangetoond dat de gevraagde documenten niet aanwezig waren in het gemeentelijke archief.

Tijdens de zitting van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 maart 2020, hebben appellanten betoogd dat het college ten onrechte heeft gesteld dat de documenten niet beschikbaar zijn. Ze voerden aan dat de gemeente tot 1 januari 1997 verantwoordelijk was voor het beheer van de sloot en dat er een overdracht heeft plaatsgevonden. Het college heeft echter toegelicht dat er uitvoerig onderzoek is gedaan naar de documenten, zowel in het analoge als digitale archief, maar dat er geen relevante stukken zijn gevonden. De rechtbank heeft de mededeling van het college dat de documenten niet onder hen berusten, niet ongeloofwaardig geacht.

De Afdeling heeft geoordeeld dat het college voldoende heeft aangetoond dat de gevraagde documenten niet aanwezig zijn en dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat deze documenten wel bij het college berusten. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201906755/1/A3.
Datum uitspraak: 15 april 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant A] en [appellant B], beiden wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 25 juli 2019 in zaak nr. 19/455 in het geding tussen:
[appellanten]
en
het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht.
Procesverloop
Bij besluit van 7 augustus 2018 heeft het college een verzoek van [appellanten] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob) om verstrekking van stukken afgewezen.
Bij besluit van 13 december 2018 heeft het college het door [appellanten] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 25 juli 2019 heeft de rechtbank het door [appellanten] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[appellanten] hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 maart 2020, waar [appellanten] en het college, vertegenwoordigd door drs. K. Verheije en ing. S.O. Willemsen, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.    [appellanten] zijn eigenaar van enkele bospercelen aan de Bergsebaan in Huijbergen. In november 2016 hebben zij geconstateerd dat aan de zuidkant van deze percelen, grenzend aan een sloot, over een lengte van ongeveer 200 meter en een breedte van 5 tot 10 meter bomen waren gerooid en de bodemlaag gedeeltelijk was afgegraven. Deze werkzaamheden zijn in opdracht van de gemeente uitgevoerd. [appellanten] willen hiervoor een schadevergoeding ontvangen, maar hebben hierover nog geen overeenstemming bereikt met de gemeente. Voormelde sloot wordt aangeduid met "A OVK03429". Voorheen werd de sloot aangeduid met "2140".
Wob-verzoek van [appellanten]
2.    [appellanten] hebben op grond van de Wob verzocht om verstrekking van alle stukken rondom de overdracht van beheer en onderhoud van de sloot met nummer A OVK03429 (voorheen 2140) aan het waterschap en de herclassificatie van deze sloot van B naar A. Daaraan hebben zij toegevoegd dat zij met "alle stukken" bedoelen: overeenkomsten, inkomende en uitgaande brieven, notities, interne e-mails, uitgaande en inkomende e-mails, verslagen, nota's, rapporten, veldtekeningen, schetsen, kaarten en alle andere schriftelijke bescheiden, zowel in digitale vorm als hardcopy.
Besluiten van het college
3.    Bij het besluit van 7 augustus 2018 heeft het college het verzoek van [appellanten] afgewezen. In het besluit staat dat uitgebreid onderzoek is gedaan in het gemeentelijke archief. De overdracht is destijds door de gemeente Huijbergen uitgevoerd. Alle stukken van deze voormalige gemeente over dit onderwerp zijn overgedragen aan het West-Brabants Archief. In dit archief zijn twee dossiers gevonden die betrekking hebben op de overdracht van waterlopen in het algemeen. Daarin zijn echter geen stukken aangetroffen waarop het Wob-verzoek ziet.
4.    Bij het besluit van 13 december 2018 heeft het college de afwijzing van het Wob-verzoek gehandhaafd. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat overtuigend is gemotiveerd dat de gevraagde stukken niet aanwezig zijn in het West-Brabants Archief. Volgens het college hebben [appellanten] niet aannemelijk gemaakt dat de stukken toch in bezit van het college zijn.
Aangevallen uitspraak
5.    De rechtbank heeft de mededeling van het college dat bij hem geen documenten berusten over de overdracht en herclassificatie van de sloot met nummer A OVK03429, niet ongeloofwaardig geacht. De rechtbank heeft, naast de toelichting in het besluit van 7 augustus 2018, in aanmerking genomen dat het college ter zitting nader heeft toegelicht dat het gemeentelijke archief bestaat uit stukken van de laatste drie jaren, dat oudere stukken overeenkomstig de Archiefwet zijn vernietigd of naar het West-Brabants Archief zijn overgebracht en dat een zoekactie van de gemeentelijke archivaris in dit archief niets heeft opgeleverd. Verder heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat het college in het verweerschrift heeft toegelicht dat in het archief geen stukken aanwezig zijn over de betrokken waterloop omdat deze nooit in beheer is geweest bij de gemeente of haar voorgangers.
Verder heeft de rechtbank overwogen dat [appellanten] niet aannemelijk hebben gemaakt dat de door hen gevraagde documenten wel bij het college berusten of behoren te berusten.
Beoordeling van het hoger beroep
Betoog van [appellanten]
6.    [appellanten] betogen dat de rechtbank ten onrechte niet ongeloofwaardig heeft geacht dat het college niet beschikt over de gevraagde documenten. Zij stellen dat de gemachtigde van het college ter zitting van de rechtbank een valse verklaring heeft afgelegd over de stukken die zich bevinden in het gemeentelijke archief. Verder voeren zij aan dat zij aannemelijk hebben gemaakt dat in elk geval tot 1 januari 1997 de gemeente verantwoordelijk was voor beheer en onderhoud van de sloot. Aangezien sinds 1 februari 2012 in de legger van het Waterschap Brabantse Delta staat dat beheer en onderhoud van de sloot berusten bij het waterschap, moet op enig moment tussen 1 januari 1997 en 1 februari 2012 een overdracht hebben plaatsgevonden, aldus [appellanten].
Toelichting van het college
7.    Het college heeft in zijn schriftelijke uiteenzetting toegelicht op welke manier naar aanleiding van het Wob-verzoek is gezocht naar documenten. Volgens het college heeft uitvoerig onderzoek plaatsgevonden in het analoge archief met stukken van vóór 2010 en in het digitale archief met stukken van na 2010. In beide archieven is gezocht naar stukken met een van de volgende zoektermen: OVK03429, 2140, herclassificatie, sloot, waterloop, waterschap en overdracht. Het college heeft schermafbeeldingen van de zoekresultaten overgelegd. Volgens het college zijn bij de zoekslag twee dossiers gevonden die betrekking hebben op de overdracht van waterlopen in Huijbergen. Deze dossiers bevinden zich in het West-Brabants Archief. Beide dossiers bevatten echter geen stukken waarop het Wob-verzoek ziet. Er zijn geen documenten gevonden met de zoektermen herclassificatie, OVK03429 en 2140. De combinatie van de zoektermen waterschap en waterloop leidde naar een zaak waar het Wob-verzoek mogelijk op ziet, aangezien die zaak gaat over de overname van waterlopen van de gemeente Woensdrecht door het Waterschap Brabantse Delta. Bij nader inzien bleek die zaak echter geen betrekking te hebben op de sloot waar het Wob-verzoek over gaat, aldus het college.
Oordeel van de Afdeling
8.    Zoals de rechtbank terecht, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 2 oktober 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1376, heeft overwogen, is het, wanneer een bestuursorgaan stelt dat na onderzoek is gebleken dat een bepaald document niet of niet meer onder hem berust en een dergelijke mededeling niet ongeloofwaardig voorkomt, in beginsel aan degene die om informatie verzoekt om aannemelijk te maken dat, in tegenstelling tot de uitkomsten van het onderzoek door het bestuursorgaan, een bepaald document toch onder dat bestuursorgaan berust.
9.    Gelet op hetgeen het college heeft toegelicht over de wijze waarop naar aanleiding van het Wob-verzoek naar documenten is gezocht, heeft de rechtbank de mededeling van het college dat de gevraagde documenten niet bij hem berusten terecht niet ongeloofwaardig geacht. Daar komt bij dat ter zitting is gebleken dat [appellanten] het Wob-verzoek ook bij het Waterschap Brabantse Delta hebben ingediend en dat aan de afwijzing van dit verzoek ten grondslag is gelegd dat de gevraagde stukken niet bij het waterschap berusten. Mede gezien de verduidelijking die het college in hoger beroep heeft gegeven, is er verder geen aanleiding om ervan uit te gaan dat de documenten uit de periode tussen 1997 en 2012 buiten de zoekslag zijn gelaten. Hier doet niet aan af dat de gemachtigde van het college ter zitting van de rechtbank per abuis een onjuiste mededeling heeft gedaan over de stukken die aanwezig zijn in het archief dat zich in het gemeentehuis bevindt.
In het verweerschrift in beroep heeft het college uitvoerig uiteengezet dat de sloot altijd in beheer is geweest bij het waterschap. Daarbij heeft het college verwezen naar historische waterstaatskaarten en leggerkaarten waarop de sloot is vermeld. Verder heeft het college toegelicht dat de zin "De overdracht is destijds door de gemeente Huijbergen uitgevoerd" in het besluit van 7 augustus 2018 betrekking heeft op overdracht van waterlopen in het algemeen. Met hetgeen [appellanten] daartegen hebben ingebracht, waaronder de e-mail van een medewerker van het West-Brabants Archief, hebben zij niet aannemelijk gemaakt dat het beheer en onderhoud van de sloot toch op enig moment door de gemeente zijn overgedragen aan het waterschap en dat de gevraagde documenten daarom onder het college moeten berusten.
Het betoog faalt.
Slotsom
10.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
11.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Herweijer, griffier.
w.g. Steendijk
lid van de enkelvoudige kamer
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 15 april 2020
640.