ECLI:NL:RVS:2020:1134
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdelingenbewaring en niet-ontvankelijkheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling die in vreemdelingenbewaring is gesteld op 15 maart 2020. De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 april 2020, waarin het beroep ongegrond werd verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.K. Bhadai, heeft hoger beroep ingesteld, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat het hoger beroep niet ontvankelijk is. De vreemdeling heeft namelijk niet uitgelegd waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem niet juist is, waardoor de Afdeling geen inhoudelijk oordeel kan geven over het hoger beroep. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 22 april 2020, waarbij de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaart.