Uitspraak
Datum uitspraak: 20 mei 2020
BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State
Op 20 mei 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan 'Fort aan den Ham', vastgesteld door de raad van de gemeente Uitgeest op 27 juni 2019. Het bestemmingsplan beoogt een verruiming van de gebruiksmogelijkheden van het fort, dat deel uitmaakt van de Stelling van Amsterdam. Stadsherstel Amsterdam N.V. is de ontwikkelaar van deze verruiming. Een appellant, wonend nabij het plangebied, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat hij zich zorgen maakt over de exploitatie van de genieloods, die volgens hem uitsluitend als museum voor legervoertuigen zou moeten worden gebruikt.
De appellant betoogt dat het besluit in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel is genomen, onder andere omdat er een subsidieaanvraag van € 200.000,00 is gedaan om de loods verhuurbaar te maken, terwijl het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk is. De Afdeling oordeelt dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan beleidsruimte heeft en dat de betrokken belangen zorgvuldig zijn afgewogen. De Afdeling concludeert dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de gebruiksfuncties die in het plan zijn opgenomen, waaronder lichte horeca, ruimtelijk aanvaardbaar zijn.
De Afdeling wijst erop dat de appellant niet heeft aangetoond dat de gekozen functies meer hinder veroorzaken dan de museale functie die hij voorstelt. Ook het verzoek van de appellant om bemiddeling in de onderhandelingen over de erfpacht is niet inhoudelijk besproken, omdat dit niet relevant is voor de rechtmatigheid van het besluit. Uiteindelijk verklaart de Afdeling het beroep ongegrond en bevestigt de rechtmatigheid van het bestemmingsplan.