ECLI:NL:RVS:2020:1277
Raad van State
- J.J. van Eck
- P. Klein
- Rechtspraak.nl
Beperking van kennisneming van processtukken in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 juni 2019, waarin de burgemeester van Leiden betrokken is. De burgemeester heeft een gedingstuk overgelegd en verzocht om beperking van de kennisneming op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit verzoek is gedaan in verband met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de gegevens van derden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de burgemeester verzocht om het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 5 februari 2019, aan haar te verstrekken. Dit proces-verbaal bevat informatie over de situatie van augustus 2016 tot en met februari 2018, inclusief verklaringen van betrokkenen.
De Afdeling heeft de belangen afgewogen. Enerzijds is er het belang dat partijen gelijkelijk toegang hebben tot relevante informatie voor het hoger beroep, en anderzijds het belang van de bestuursrechter om over alle noodzakelijke informatie te beschikken om de zaak zorgvuldig te kunnen afhandelen. De burgemeester heeft echter aangegeven dat kennisneming door partijen de al slechte verhoudingen verder zou verslechteren. De Afdeling heeft geconcludeerd dat het belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeer in dit geval zwaarder weegt dan het belang van kennisneming door partijen.
Daarom heeft de Afdeling het verzoek tot beperking van de kennisneming gerechtvaardigd geacht en het verzoek toegewezen. De beslissing is genomen door mr. J.J. van Eck, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in aanwezigheid van mr. P. Klein, griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 mei 2020.