ECLI:NL:RVS:2020:1770
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 22 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De vreemdeling had op 16 maart 2020 een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, maar deze aanvraag werd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 7 juli 2020 de zaak ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de staatssecretaris zich niet verzet tegen het verzoek van de vreemdeling om een voorlopige voorziening te treffen. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet zal worden overgedragen totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 525,00, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier, hoewel de voorzieningenrechter verhinderd was om de uitspraak zelf te ondertekenen.