ECLI:NL:RVS:2020:1960
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 14 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had op 7 mei 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 11 augustus 2020 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op 13 augustus 2020 het verzoek om een voorlopige voorziening ontvangen, waarbij de vreemdeling vroeg om te bepalen dat zijn voorgenomen overdracht op 17 augustus 2020 om 9:30 uur achterwege blijft. De voorzieningenrechter oordeelde dat, omdat de termijn voor het hoger beroep nog niet was verstreken, er aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. De staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 525,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van het treffen van voorlopige voorzieningen in asielzaken, vooral wanneer er sprake is van een dreigende overdracht van de vreemdeling. De voorzieningenrechter heeft de voorgenomen overdracht opgeschort totdat er een definitieve uitspraak in het hoger beroep is gedaan.