ECLI:NL:RVS:2020:2065
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Helder
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake handhaving bouwbesluit door college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 31 augustus 2020 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, een inwoner van Purmerend, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam, dat hem gelastte om bepaalde bouwwerkzaamheden ongedaan te maken. Dit besluit, dat op 21 oktober 2019 was genomen, hield in dat de verzoeker de door hem gerealiseerde interne verbouwingen en de samenvoeging van woningen aan een specifieke locatie in Volendam moest terugdraaien binnen een termijn van drie maanden, op straffe van een dwangsom van € 20.000,-. Daarnaast moest de verzoeker een dakopbouw verwijderen en het dak in overeenstemming brengen met de bouwtekeningen van de omgevingsvergunning, met een dwangsom van € 50.000,- bij niet-naleving.
Na het ongegrond verklaren van het bezwaar door het college op 11 maart 2020, en de daaropvolgende uitspraak van de rechtbank Noord-Holland op 23 juni 2020, heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 18 augustus 2020, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A. Jonk, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. Het college was vertegenwoordigd door mr. E.T.A. Boers. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het college had toegezegd de begunstigingstermijn te verlengen tot de uitspraak in de bodemprocedure, waardoor er geen spoedeisend belang meer was voor het verzoek om voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzieningenrechter, mr. E. Helder, in aanwezigheid van de griffier, mr. M. Kos.