ECLI:NL:RVS:2020:2075
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak rechtbank
Op 28 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had op 9 juni 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. Hiertegen had de vreemdeling beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 8 juli 2020 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling ging in hoger beroep en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de vreemdeling. Gezien deze uitspraak werd het verzoek om voorlopige voorziening niet in behandeling genomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, wat betekent dat de vreemdeling niet in aanmerking kwam voor de gevraagde voorziening. De staatssecretaris werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. J.Th. Drop, in tegenwoordigheid van mr. E.L.N. Bakker, griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.