ECLI:NL:RVS:2020:2971
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielaanvraag van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 14 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 17 november 2020 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank heeft de staatssecretaris opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de overwegingen in de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 15 december 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. De staatssecretaris verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gelet op de aangevoerde argumenten, het voorlopig oordeel is dat de uitspraak van de rechtbank mogelijk niet in stand blijft. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om de overdrachtstermijn op te schorten met ingang van de dag na de bekendmaking van de uitspraak.
De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze beslissing is genomen door mr. E. Steendijk, in tegenwoordigheid van mr. E.L.N. Bakker, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 15 december 2020.