ECLI:NL:RVS:2020:3116

Raad van State

Datum uitspraak
23 december 2020
Publicatiedatum
24 december 2020
Zaaknummer
202000932/3/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning van staatsraad in bestuursrechtelijke zaak

In de zaak met nummer 202000932/1/R2, die op 23 december 2020 ter zitting zou worden behandeld, heeft staatsraad J. Gundelach op 22 december 2020 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen. Dit verzoek is gedaan omdat het advocatenkantoor waar zij tot 1 mei 2020 werkzaam was, in 2017 betrokkenheid heeft gehad bij een van de partijen in deze zaak. Staatsraad Gundelach heeft aangegeven dat zij destijds ook zelf telefonisch contact heeft gehad met deze partij. Daarnaast heeft een oud-collega van haar kantoor een cursus gegeven waar medewerkers van de gemeente Halderberge bij aanwezig waren. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, heeft zij verzocht om verschoning.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om verschoning beoordeeld. Ingevolge artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een rechter zich op verzoek van een partij verschonen indien er feiten en omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De Afdeling heeft, na het horen van de motivering van staatsraad Gundelach, geoordeeld dat het verzoek om verschoning gerechtvaardigd is.

De behandeling van de zaak is uitgesteld naar een nader te bepalen datum, en het verzoek om verschoning is toegewezen. De beslissing is genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van voorzitter D.A.C. Slump en de leden C.H.M. van Altena en E.A. Minderhoud, in aanwezigheid van griffier G.J. Deen. De uitspraak is openbaar gedaan op 23 december 2020.

Uitspraak

202000932/3/R2.
Datum beslissing: 23 december 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht, hierna: de Awb) van:
mr. J. Gundelach
Procesverloop
Ten aanzien van zaak nr. 202000932/1/R2, die op 23 december 2020 ter zitting zou worden behandeld, heeft staatsraad Gundelach, die deel uitmaakt van de meervoudige kamer die belast is met de behandeling van deze zaak, op 22 december 2020 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
De behandeling van de zaak is naar aanleiding van het verzoek om verschoning uitgesteld naar een nader te bepalen datum.
Overwegingen
1.    Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.    Staatsraad Gundelach heeft te kennen gegeven dat het advocatenkantoor waar zij tot 1 mei 2020 werkzaam is geweest, in 2017 betrokkenheid heeft gehad bij een van de partijen. Zij heeft destijds ook zelf telefonisch contact met haar gehad. Ook heeft een oud-collega van dat kantoor een cursus gegeven waar medewerkers van de gemeente Halderberge aanwezig waren. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van de zaak te voorkomen, heeft staatsraad Gundelach verzocht zich te mogen verschonen.
3.    De Afdeling acht, gezien deze motivering, de inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.    Het verzoek wordt daarom toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. E.A. Minderhoud, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Deen, griffier.
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 23 december 2020
604.