ECLI:NL:RVS:2020:3116
Raad van State
- Verschoning
- J. Gundelach
- D.A.C. Slump
- C.H.M. van Altena
- E.A. Minderhoud
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning van staatsraad in bestuursrechtelijke zaak
In de zaak met nummer 202000932/1/R2, die op 23 december 2020 ter zitting zou worden behandeld, heeft staatsraad J. Gundelach op 22 december 2020 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen. Dit verzoek is gedaan omdat het advocatenkantoor waar zij tot 1 mei 2020 werkzaam was, in 2017 betrokkenheid heeft gehad bij een van de partijen in deze zaak. Staatsraad Gundelach heeft aangegeven dat zij destijds ook zelf telefonisch contact heeft gehad met deze partij. Daarnaast heeft een oud-collega van haar kantoor een cursus gegeven waar medewerkers van de gemeente Halderberge bij aanwezig waren. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, heeft zij verzocht om verschoning.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om verschoning beoordeeld. Ingevolge artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een rechter zich op verzoek van een partij verschonen indien er feiten en omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De Afdeling heeft, na het horen van de motivering van staatsraad Gundelach, geoordeeld dat het verzoek om verschoning gerechtvaardigd is.
De behandeling van de zaak is uitgesteld naar een nader te bepalen datum, en het verzoek om verschoning is toegewezen. De beslissing is genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van voorzitter D.A.C. Slump en de leden C.H.M. van Altena en E.A. Minderhoud, in aanwezigheid van griffier G.J. Deen. De uitspraak is openbaar gedaan op 23 december 2020.