ECLI:NL:RVS:2020:35
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verlenging maatregel van ophouding voor verhoor
Op 8 januari 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 20 december 2019 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Dit beroep was ingesteld tegen een besluit van 7 december 2019, waarbij de maatregel van ophouding voor verhoor van de vreemdeling was verlengd. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam, stelde hoger beroep in tegen deze uitspraak.
De Raad van State overwoog dat de rechtbank in haar uitspraak had geoordeeld over de verlenging van de ophouding op basis van artikel 50, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De Raad van State stelde vast dat tegen deze beslissing geen hoger beroep mogelijk is, zoals bepaald in artikel 84, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Hierdoor verklaarde de Afdeling bestuursrechtspraak zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 8 januari 2020.