ECLI:NL:RVS:2020:542
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- E.A. Binnema
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake urgentieverklaring door college van burgemeester en wethouders van Nijmegen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 26 februari 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door [verzoekster] tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een urgentieverklaring door het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen. De aanvraag was op 8 augustus 2019 afgewezen, waarna het college op 23 augustus 2019 het bezwaar van [verzoekster] ongegrond verklaarde. De rechtbank Gelderland verklaarde op 10 december 2019 het beroep van [verzoekster] ongegrond, waarna zij hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 23 januari 2020. Tijdens deze zitting was het college vertegenwoordigd door A.J.M. Schakenraad. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Tevens is vastgesteld dat [verzoekster] griffierecht verschuldigd was, maar dit niet tijdig had voldaan. Ondanks een beroep op betalingsonmacht, is het verzoek niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die rechtvaardigen dat [verzoekster] niet in verzuim was.
De voorzieningenrechter heeft besloten het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 26 februari 2020.