ECLI:NL:RVS:2020:562
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 24 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 20 februari 2020 uitspraak heeft gedaan en het beroep ongegrond heeft verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Akhiat, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 24 februari 2020 de zaak behandeld. De rechtbank had de zaak zonder zitting behandeld, waardoor er geen mogelijkheid was voor hoger beroep. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vastgesteld dat zij onbevoegd is om van het hoger beroep kennis te nemen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De beslissing van de voorzieningenrechter is als volgt: de Afdeling is onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 24 februari 2020.