ECLI:NL:RVS:2020:888
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen niet-ontvankelijk verklaring door rechtbank Den Haag
Op 25 maart 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 21 januari 2020 het beroep van de vreemdeling niet-ontvankelijk verklaard, nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 22 maart 2019 had besloten dat de vreemdeling de Europese Unie binnen 28 dagen moest verlaten. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.K. Bhadai, heeft hoger beroep ingesteld, maar de Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat het hoger beroep niet gericht was tegen de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling heeft niet voldoende onderbouwd waarom de rechtbank uitspraak onjuist zou zijn, waardoor de Afdeling geen inhoudelijk oordeel kon geven. Uiteindelijk werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en werd er geen proceskostenvergoeding toegekend aan de staatssecretaris. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 25 maart 2020.