ECLI:NL:RVS:2021:1246
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet-ontvankelijk verklaring van verblijfsvergunning aanvraag
Op 2 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 7 juni 2021 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zijn voorgenomen uitzetting op 14 juni 2021 zou worden opgeschort. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 11 juni 2021 uitspraak gedaan. Hij oordeelde dat, omdat de termijn voor hoger beroep nog niet was verstreken, de voorgenomen uitzetting niet door kon gaan. De voorzieningenrechter heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ook veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in totaal € 534,00 bedragen, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan en de voorzieningenrechter heeft de beslissing als een ordemaatregel geclassificeerd, waarbij de definitieve uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening later zal volgen.