ECLI:NL:RVS:2021:1714
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard
Op 2 augustus 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De vreemdeling had op 6 januari 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.W.F. Menick, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle. De rechtbank heeft op 15 juni 2021 het beroep ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld bij de Raad van State.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep zich niet richt tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft toegelicht waarom deze uitspraak volgens hem onjuist zou zijn. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel vellen over het hoger beroep, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De voorzieningenrechter heeft tevens beslist dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 augustus 2021.