ECLI:NL:RVS:2021:1859

Raad van State

Datum uitspraak
19 augustus 2021
Publicatiedatum
20 augustus 2021
Zaaknummer
202104943/3/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot uitstel van vertrek

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 19 augustus 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om uitstel van vertrek te verlenen op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Deze aanvraag werd op 1 december 2020 afgewezen. De vreemdeling maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 12 februari 2021 ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar eerdere uitspraken van de rechtbank en de voorzieningenrechter zelf, waarin vergelijkbare verzoeken van de vreemdeling zijn afgewezen. De voorzieningenrechter concludeert dat de argumenten die de vreemdeling in het huidige verzoek heeft aangevoerd, geen aanleiding geven om tot een ander oordeel te komen dan in de eerdere uitspraken. Daarom wordt het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. A.W.M. Bijloos, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Keeman-Folador, griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 augustus 2021.

Uitspraak

202104943/3/V1.
Datum uitspraak: 19 augustus 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht):
[de vreemdeling],
Verzoeker.
Procesverloop
Bij besluit van 1 december 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 12 februari 2021 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch. Ook heeft hij de voorzieningenrechter van de Afdeling verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van 22 juli 2021 in zaak nr. NL21.4359 heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 6 oktober 2020, waarbij de staatssecretaris de aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen heeft afgewezen, ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 18 augustus 2021 in zaken nrs. 202104943/1/V1 en 202104943/2/V1 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling deze uitspraak bevestigd en het verzoek van de vreemdeling tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Wat de vreemdeling in het huidige verzoek heeft aangevoerd, biedt geen grond om nu tot een ander oordeel te komen.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Keeman-Folador, griffier.
w.g. Bijloos
voorzieningenrechter
w.g. Keeman-Folador
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 augustus 2021
862