ECLI:NL:RVS:2021:2140
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning door staatssecretaris
Op 23 september 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De zaak betreft een vreemdeling die op 28 december 2020 een aanvraag indiende voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond. Op 17 augustus 2021 verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de zaak beoordeeld en op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een beslissing genomen. De uitspraak van de voorzieningenrechter is openbaar uitgesproken op 23 september 2021. De uitspraak is gedaan door mr. G.M.H. Hoogvliet, die als voorzieningenrechter fungeerde, en mr. G.A. van de Sluis, die als griffier optrad. De uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag voor een verblijfsvergunning en de gevolgen daarvan voor de vreemdeling, die in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep een voorlopige voorziening heeft aangevraagd.