ECLI:NL:RVS:2021:2312

Raad van State

Datum uitspraak
15 oktober 2021
Publicatiedatum
15 oktober 2021
Zaaknummer
202102925/3/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • G.M.H. Hoogvliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met verzoek om herziening

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 15 oktober 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de Afdeling van 30 juni 2021, waarin de door de vreemdeling aangevochten uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 30 april 2021 werd bevestigd. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P.L.M. Stieger, had op 6 juli 2021 verzocht om herziening van de eerdere uitspraak en tevens om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op 1 oktober 2021 al een beslissing was genomen op het verzoek om herziening, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening niet in behandeling kon worden genomen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook niet-ontvankelijk verklaard.

De staatssecretaris is in deze procedure niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 15 oktober 2021, waarbij mr. G.M.H. Hoogvliet als voorzieningenrechter heeft gefungeerd en M.E. van Laar LLM als griffier aanwezig was. De voorzieningenrechter was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen, maar de griffier heeft dit wel gedaan.

Uitspraak

202102925/3/V3.
Datum uitspraak: 15 oktober 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, van:
[de vreemdeling],
verzoeker.
Procesverloop
Bij uitspraak van 30 juni 2021 in zaak nr. 202102925/1/V3 heeft de Afdeling de door de vreemdeling in hoger beroep aangevallen uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 30 april 2021 in zaak
nr. NL21.4680 bevestigd.
Bij brief van 6 juli 2021 heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P.L.M. Stieger, advocaat te 's­Hertogenbosch, verzocht de uitspraak van de Afdeling te herzien. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van 1 oktober 2021 heeft de Afdeling op het verzoek om herziening beslist. Daarom wordt het verzoek om voorlopige voorziening niet in behandeling genomen.
2.       Het verzoek is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. G.M.H. Hoogvliet, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van M.E. van Laar LLM, griffier.
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
w.g. Van Laar
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 oktober 2021
347