ECLI:NL:RVS:2021:2323
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 19 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een voorlopige voorziening vroegen. De vreemdelingen, die aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel hadden ingediend, waren door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 13 juli 2021 in hun verzoeken niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank Den Haag had op 31 augustus 2021 het beroep van de vreemdelingen ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelden en verzochten om een voorlopige voorziening.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er nader onderzoek nodig was naar de argumenten van de vreemdelingen in hoger beroep. Daarom werd de voorlopige voorziening getroffen, waarbij werd bepaald dat de vreemdelingen niet mochten worden uitgezet.
Daarnaast werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die in verband met de behandeling van het verzoek waren opgekomen. Het totale bedrag van de proceskosten werd vastgesteld op € 748,00, dat geheel toe te rekenen was aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.