ECLI:NL:RVS:2021:243
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 9 februari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk had verklaard. Dit besluit was genomen op 13 november 2020. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 6 januari 2021 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de overwegingen in de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De vreemdeling heeft ook incidenteel hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij hij vroeg om niet te worden uitgezet en recht op opvang en verstrekkingen te krijgen.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft, en heeft daarom het verzoek van de staatssecretaris toegewezen. Het verzoek van de vreemdeling is afgewezen, omdat hij in afwachting van de beslissing op zijn asielaanvraag recht heeft op opvang, en er geen belang meer was bij het treffen van de door hem verzochte voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.