ECLI:NL:RVS:2021:2608
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake inreisverbod door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 11 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod uitgevaardigd tegen een vreemdeling. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle. Op 4 oktober 2021 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Jhingoer, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. De termijn voor het indienen van het hoger beroep eindigde op 1 november 2021, maar het hogerberoepschrift is pas na deze datum bij de Raad van State binnengekomen. De vreemdeling heeft geen redenen aangevoerd waarom het hoger beroep toch in behandeling zou moeten worden genomen, ondanks dat het te laat was ingediend. De Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het niet in behandeling kan worden genomen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. M.T. Annen, griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 22 november 2021.