ECLI:NL:RVS:2021:2776
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Weigering verblijfsvergunning in asielprocedure en verzoek om voorlopige voorziening
Op 9 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. De zaak betreft een vreemdeling die op 13 september 2021 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was geweigerd een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank verklaarde dit beroep op 13 oktober 2021 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er op 26 november 2021 al een uitspraak was gedaan op het hoger beroep van de vreemdeling. Hierdoor werd het verzoek om voorlopige voorziening niet in behandeling genomen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek niet-ontvankelijk verklaard en bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.W.M. Bijloos, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, griffier. De voorzieningenrechter was verhinderd de uitspraak te ondertekenen, maar de griffier heeft dit wel gedaan. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 9 december 2021.