ECLI:NL:RVS:2021:3031
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende verblijfsrecht gemeenschapsonderdaan
Op 30 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder, op 1 juli 2020, van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te horen gekregen dat hij geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer had. Hiertegen had de vreemdeling beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 3 november 2021 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling ging in hoger beroep en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling afgewogen. Gezien de omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening toe te kennen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met het verzoek om voorlopige voorziening, tot een bedrag van € 748,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 30 december 2021, en is vastgesteld door mr. N. Verheij, de voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. D.I. Schipper, de griffier.