ECLI:NL:RVS:2021:313
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 17 februari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen. Dit besluit was genomen op 30 december 2020. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 2 februari 2021 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris het asielverzoek binnen een week na de uitspraak in behandeling moest nemen.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter moest beoordelen of de uitspraak van de rechtbank in stand zou blijven en of de staatssecretaris de uitspraak moest uitvoeren voordat er een beslissing in het hoger beroep was genomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet aannemelijk was dat de uitspraak van de rechtbank in stand zou blijven, en besloot daarom een voorlopige voorziening te treffen. Dit hield in dat de overdrachtstermijn werd opgeschort tot er een beslissing was genomen in het hoger beroep.
De voorzieningenrechter besloot dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is vastgesteld door mr. J.Th. Drop, met M.E. van Laar LLM als griffier. De voorzieningenrechter was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.