ECLI:NL:RVS:2021:541

Raad van State

Datum uitspraak
15 maart 2021
Publicatiedatum
15 maart 2021
Zaaknummer
202001093/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
  • E. Helder
  • D.A.C. Slump
  • H.G. Sevenster
  • R. Uylenburg
  • N.D.T. Pieters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning van staatsraad Helder in bestuursrechtelijke zaak

In de zaak met nummer 202001093/1/R2, die op 17 maart 2021 ter zitting zou worden behandeld, heeft staatsraad E. Helder op 12 maart 2021 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen. Dit verzoek is gedaan in het kader van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid zouden kunnen schaden. Staatsraad Helder heeft aangegeven dat zijn zoon werkzaam is bij Nysingh advocaten-notarissen, een kantoor dat één van de partijen in deze zaak bijstaat. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, heeft hij verzocht om verschoning.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek van staatsraad Helder in overweging genomen. Gezien de motivering van het verzoek, heeft de Afdeling geoordeeld dat de inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd is. De beslissing om het verzoek toe te wijzen is op 15 maart 2021 openbaar uitgesproken. De voorzitter, mr. D.A.C. Slump, en de leden mr. H.G. Sevenster en mr. R. Uylenburg hebben de beslissing vastgesteld, in tegenwoordigheid van griffier mr. N.D.T. Pieters. Het is belangrijk om te benadrukken dat de voorzitter en de griffier verhinderd waren om de uitspraak te ondertekenen.

Uitspraak

202001093/2/R2.
Datum beslissing: 15 maart 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) van mr. E. Helder.
Procesverloop
Ten aanzien van zaak nr. 202001093/1/R2, die op 17 maart 2021 ter zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Helder, die als voorzitter belast is met de behandeling van de zaak, op 12 maart 2021 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
Overwegingen
1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.       Staatsraad Helder heeft te kennen gegeven dat zijn zoon werkzaam is bij Nysingh advocaten-notarissen, welk kantoor één van de partijen in deze zaak bijstaat. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van deze zaak te voorkomen, heeft hij verzocht zich te mogen verschonen.
3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, de inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.       Gelet op vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. H.G. Sevenster en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, griffier.
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 15 maart 2021
473.