Uitspraak
Datum uitspraak: 28 april 2021
BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State
In deze zaak heeft [appellant] beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad van de gemeente Roermond over een aanvraag voor het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan voor de locatie aan de Schuitenberg 87 in Roermond. [appellant] heeft op 14 april 2020 een aanvraag ingediend, maar de raad heeft geen tijdig besluit genomen, zelfs niet na een ingebrekestelling. De raad betwist dat er sprake is van een aanvraag en stelt dat de brief van [appellant] een beroepschrift is gericht aan de rechtbank Limburg in een handhavingstraject. De bestuursrechter heeft in deze procedure enkel te oordelen of de raad in gebreke is gebleven op de aanvraag van [appellant].
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vastgesteld dat de brief van [appellant] van 14 april 2020 expliciet als aanvraag kan worden gekwalificeerd. De raad heeft niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van 14 weken een besluit genomen, waardoor het beroep van [appellant] gegrond is verklaard. De Afdeling heeft de raad opgedragen om binnen 16 weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en heeft bepaald dat de raad een dwangsom verbeurt voor elke dag dat hij in gebreke blijft. Het verzoek om schadevergoeding van [appellant] is afgewezen, omdat hij geen schade heeft aangetoond. De raad is ook niet verplicht om proceskosten te vergoeden, aangezien [appellant] geen relevante kosten heeft opgegeven.