ECLI:NL:RVS:2022:1051
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- D.A. Verburg
- M. Soffers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel voor vreemdeling
Op 4 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.M.A. Breuls, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld na een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 25 januari 2022, waarin het beroep ongegrond werd verklaard. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 13 april 2022 uitspraak gedaan in deze zaak.
De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij Nigeria heeft verlaten vanwege haar aanstaande besnijdenis, noch dat zij en haar dochter bij terugkeer in Nigeria het risico lopen om besneden te worden. De Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over en bevestigt de uitspraak. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter mr. E. Steendijk en de leden mr. D.A. Verburg en mr. M. Soffers, in tegenwoordigheid van griffier mr. H. Vonk. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 april 2022.