ECLI:NL:RVS:2022:115
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 17 januari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling heeft genomen. Dit besluit was genomen op 22 oktober 2022. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 14 december 2021 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de overwegingen in de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de staatssecretaris verzocht om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling afgewogen en besloten om de voorlopige voorziening te treffen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. G.M.H. Hoogvliet, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier. De voorzieningenrechter was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 17 januari 2022.