ECLI:NL:RVS:2022:1308
Raad van State
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Herziening van een niet-ontvankelijk verklaard hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 4 mei 2022 uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoekster] om herziening van een eerdere uitspraak van 31 maart 2021. In die eerdere uitspraak werd het hoger beroep van [verzoekster] tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij het verschuldigde griffierecht niet had voldaan. Het verzet van [verzoekster] tegen deze beslissing werd op 20 april 2021 ongegrond verklaard, omdat zij geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere beoordeling van haar verzuim.
Het verzoek om herziening werd ingediend op 21 oktober 2021, maar de Afdeling kon het verzoek niet inhoudelijk behandelen. Volgens artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een onherroepelijke uitspraak alleen worden herzien op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden en die de indiener niet bekend waren. In dit geval was het griffierecht niet betaald, ondanks herhaalde waarschuwingen aan [verzoekster] dat dit voor de behandeling van haar verzoek noodzakelijk was.
De Afdeling heeft vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was voldaan en dat er geen feiten of omstandigheden waren die zouden kunnen rechtvaardigen dat [verzoekster] in verzuim was. Daarom werd het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard. De Afdeling heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.